De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:
(bedragen x € 1.000) | ||
31-12-2023 | 31-12-2022 | |
Vorderingen op openbare lichamen | 39.599 | 52.301 |
Rekening courant verhoudingen met niet financiële instellingen | 34.262 | 4.506 |
Overige vorderingen | 25.748 | 28.951 |
Totaal | 99.609 | 85.758 |
Toelichting
Bovenstaande tabel geeft inzicht in de kortlopende vorderingen die de gemeente heeft.
Het totaal aan kortlopende vorderingen € 99,6 mln. is uit te splitsen in:
- Vorderingen op openbare lichamen: Dit betreft een vordering op de belastingdienst van
€ 29,6 mln. in het kader van het BTW-compensatiefonds (BCF). Daarnaast is een kasgeldlening verstrekt aan gemeente Utrecht voor € 10,0 mln. - De rekening courant verhoudingen met niet financiële instellingen betreft saldo schatkistbankieren via ministerie van financiën voor € 33,3 mln. (2022: € 1,9 mln.) en de rekening-courant positie met Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten(SVN) voor in totaal € 1,0 mln. (2022: € 2,6 mln.).
- De overige vorderingen, waarop uit hoofde van voorzichtigheid een voorziening voor oninbaarheid op in mindering is gebracht, betreffen private vorderingen € 3,9 mln.
(2022: € 4,8 mln.), vorderingen voor inning van onder meer belastingen, bouwleges € 14,8 mln. (2022: € 16,8 mln.) en de Participatiewet € 15,5 mln. (2022: € 16,9) . Het totaal aan voorzieningen voor de drie vorengenoemde categorieën bedraagt € 8,5 mln. (2022: € 9,5 mln.). - De voorziening is getroffen voor:
- private debiteuren € 0,3 mln. (2022: € 0,3 mln.)
- sociale zaken debiteuren € 6,4 mln. (2022: € 7,4 mln.)
- publiek rechtelijke belasting debiteuren € 1,8 mln. (2022: € 1,8 mln.)
Door het college van B&W zijn kaders gegeven voor de bepaling van de voorzieningen.